Het is niet het eerste waar je aan denkt bij ambulancezorg: het digitaal uitwisselen van gegevens. Toch hebben we er voortdurend mee te maken. Ambulanceverpleegkundigen Lisette Vrielink (Ambulance IJsselland) en Lisanne Dommerholt (Ambulance Oost) gingen met AZN in gesprek over digitale gegevensuitwisseling. Ze zien het als een welkom onderdeel van hun werk, waar de (zorg voor de) patiënt alleen maar bij gebaat is.
Lisette Vrielink werkt sinds 2010 bij Ambulance IJsselland, standplaats Deventer. Haar collega Lisanne Dommerholt is sinds 2016 werkzaam bij Ambulance Oost en werkt vanuit Hengelo. Beiden spreken met passie over hun werk op de ambulance, want ‘dat is het mooiste wat er is.’
Vooraankondiging ziekenhuis
Dat ambulancezorgprofessionals digitaal patiëntinformatie kunnen versturen aan het ziekenhuis waarnaar zij onderweg zijn, heeft een lange voorgeschiedenis. AZN ontwikkelde in 2009 de Landelijke Server Digitale Vooraankondiging. Een jaar later begon een proef, waarbij ambulanceverpleegkundigen vanuit de ambulance patiëntinformatie naar het ziekenhuis verzonden. De proef was een succes: deze manier van werken werd in het gehele land doorgevoerd.
Huisartsenbericht
Sinds 2014 is het ook mogelijk vanuit de ambulance de huisarts van de patiënt rechtstreeks een rapportage van de verleende zorg te sturen. De huisarts kan deze informatie in het dossier van de patiënt opnemen. Op die manier blijft het patiëntendossier volledig en actueel. Zowel de vooraankondiging aan het ziekenhuis, als het zogenaamde ‘huisartsenbericht’, is opgesteld volgens een vaste, landelijk afgesproken standaard. De Nederlandse kennisorganisatie voor digitale informatie-uitwisseling in de zorg (Nictiz) legde in 2005 hiervoor de basis, waarop in 2009 de richtlijn eSpoed tot stand kwam.
Controle
Tijdens hun werk wisselen Lisette en Lisanne dagelijks digitaal patiëntinformatie uit met zorgpartners. Dat begint al als de ambulance met de patiënt naar het ziekenhuis vertrekt. Dan worden de basisgegevens van de patiënt in een vooraankondiging verstuurd naar het ziekenhuis. Lisette: ‘Na controle van die gegevens sturen we die direct naar de Spoedeisende Hulp, zodat het ziekenhuis de patiënt kan inschrijven. Het ziekenhuis verwacht dat van ons, zodat ze zich kunnen voorbereiden op onze komst.’
Lisanne: ‘Na die eerste vooraankondiging volgt een update vanuit de ambulance, met veel belangrijke gegevens over de patiënt. Ook daarover wil het ziekenhuis snel beschikken. Dat was voor ons wennen. Vroeger maakte je zo’n “ritformulier” achteraf en stuurde het dan door. Nu doen we dat zo snel mogelijk.’ Een wereld van verschil met de grote, handmatig ingevulde A3-ritformulieren van vroeger.
Snellere zorg
De zorg verbetert wanneer patiëntgegevens snel en veilig zijn uit te wisselen. Lisette: ‘Zo kan de cardioloog een ECG die wij hebben doorgestuurd al beoordelen voordat de patiënt in het ziekenhuis aankomt. Vanuit de ambulance overleggen we al met de afdeling cardiologie.’ Lisanne: ‘Vooral bij twijfelgevallen is het prettig dat ze in het ziekenhuis kunnen meekijken met het ECG. Wij blijven verantwoordelijk voor onze keuzes, maar zij kunnen zich sneller voorbereiden.’
Ook het meesturen van foto’s van de plaats van een ongeval zien de verpleegkundigen als winstpunt. Lisanne: ‘Vaak lijkt het letsel mee te vallen, maar geven foto’s een indruk van de impact. Daar kijken ze op de SEH zeker naar. Daarop kunnen ze hun behandeling aanpassen. We doen een aanbeveling welke opvang klaar moet staan. Het kan zijn dat ze op grond van onze digitale berichten een traumateam klaarzetten.’
Anja Pestman, SEH-verpleegkundige bij Isala is blij met de digitale informatie die ze al bijna drie jaar van de ambulances ontvangt. ‘Het is ideaal als dat ritformulier snel binnen komt. Niet alleen voor patiëntgegevens, maar ook kunnen we inspelen op welk ongeval met letsel heeft plaatsgevonden. Het helpt ons zeer, werkt veel makkelijker dan vroeger en is honderd procent efficiënter. Dat we ons beter kunnen voorbereiden is in het belang van de patiënt.’
Aandachtspunten
Ambulancezorgprofessionals kunnen ook huisartsen vanuit de ambulance digitaal informatie toesturen. Hierbij zijn nog wel aandachtspunten. Het toesturen gaat met Zorgmail, waarop 95 procent van de huisartsen in Nederland is aangesloten. Lisette: ‘Huisartsen kunnen zelf beslissen of ze daarop willen aansluiting.’ Lisanne: ‘Als huisartsen er geen gebruik van maken, loop je vast.’
In de zorgketen kan volgens beiden vooral de digitale samenwerking met de huisartsen worden verbeterd, als bij hen digitale informatieverstrekking ook meer gangbaar wordt. Lisette: ‘Het is voor veel collega’s frustrerend als een huisarts een ambulance laat komen, maar al is vertrokken zonder een overdracht achter te laten. En voor de patiënt is het fijner als hij maar één keer zijn verhaal hoeft te doen. Het mooiste zou zijn als die overdracht ook digitaal kan, en dat de meldkamer ons die overdracht stuurt bij het begin van de rit.’
Edward Knol, huisarts Gezondheidshuis Stadshagen in Zwolle, vindt de digitale gegevensuitwisseling een goede zaak. ‘Het huisartsenbericht vanuit de Regionale Ambulancevoorziening is een eerste stap op de digitale weg, we moeten ergens beginnen. Als de ambulanceverpleegkundige de patiënt heeft beoordeeld, kun je als huisarts zien welke actie is ondernomen. Dat is heel waardevolle informatie. Als er wat te mopperen is: de lay-out oogt nog primitief. Dat kan beter, maar dit is nog maar een start.’ Ook beide ambulanceverpleegkundigen onderstrepen dat die formulieren overzichtelijker kunnen.
Terugkoppeling
Ook ligt ruimte voor verbetering bij feedback, denken Lisanne Dommerholt en Lisette Vrielink. De informatievoorziening gebeurt nog maar één kant op: vanuit de ambulancezorg naar ziekenhuis en naar huisarts, zonder dat er iets terugkomt. Lisanne: ‘Wettelijk mag die terugkoppeling vanuit het ziekenhuis nu plaatsvinden. Het staat op de planning dat we een retourbericht krijgen van de SEH welke diagnose is gesteld; dat is goed! Ik heb dat altijd wel gemist. Het is prettig te weten of je goed zit.’ Enkele regionale ambulancevoorzieningen bereiden proeven voor waarbij ziekenhuizen feedback geven, zoals Ambulance Rotterdam-Rijnmond vanuit het programma ‘Met spoed beschikbaar’.
Volgens beide ambulanceverpleegkundigen heeft het digitaal gegevens delen vanuit de ambulance met ziekenhuizen en huisartsen grote meerwaarde. Omdat het sneller werkt dan de omslachtige papierwinkel van vroeger, omdat het ziekenhuis zich al kan voorbereiden en omdat hierdoor uiteindelijk de zorg aan de patiënt verbetert. Deze werkwijze mag snel verder bekend raken, vinden ze. Lisette: ‘Veel collega’s zijn nog niet volledig op de hoogte van wat er op dit gebied speelt en wat er achter de schermen al is gerealiseerd.’
Tijdlijn
AZN toont in deze tijdlijn welke activiteiten al zijn ondernomen op het gebied van digitale gegevensuitwisseling, welke activiteiten nu lopen en wat er nog op de agenda staat.