De ambulancesector werkt al jaren met drie urgenties: A1, A2 (spoedeisende ambulancezorg) en B (niet-spoedeisende, planbare ambulancezorg). Uit onderzoek (Nivel, 2019) is gebleken dat een uitbreiding van deze urgenties onder meer een verdere verbetering van de kwaliteit van zorg kan opleveren. De ambulancesector heeft daarom de afgelopen jaren hard gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe, verbeterde urgentie-indeling, op basis van medisch-logische gronden.
Alle regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) implementeren de nieuwe urgenties vanaf 1 februari dit jaar, te beginnen met de urgenties A0, B1 en B2. De nieuwe C1 en C2 urgentie worden later in dit jaar geïntroduceerd.
Nieuwe urgenties
A0-urgentie - Directe inzet met grootst mogelijke spoed
Bij de nieuwe A0-inzetten gaat het om de meest tijd-kritische meldingen waarbij met de grootst mogelijke spoed ambulancezorg wordt ingezet. Onder de A0 urgentie valt bijvoorbeeld een reanimatie of niet/nauwelijks ademende patiënt. De A0 gaat in de uitgifte vóór op een A1.
B1- & B2 urgentie - Niet-spoedeisende hoog-, midden- of laagcomplexe zorgvraag
De oorspronkelijke B-urgentie voor niet-spoedeisende zorgvragen wordt opgesplitst in de B1- en B2 urgentie:
- B1 betreft een hoogcomplexe zorgvraag
- B2 betreft een midden- of laagcomplexe zorgvraag
C1- & C2 urgentie - Meldkamerzorg
Door de invoering van de urgenties C1 (doorverwijzing) en C2 (zelfzorgadvies) krijgen 112-bellers met een minder urgente zorgvraag vaker direct de juiste (andere) zorg. Te denken valt aan huisartsen(spoed)zorg, wijkverpleegkundige zorg of acute GGZ. Bij de C1- en C2 urgenties wordt geen ambulance-eenheid ingezet.
In onderstaande overzicht vindt u de nieuwe verbeterde urgentie-indeling.