“De juiste zorg op de juiste plek, dat is het doel”

Recent is onze oude meldkamer verhuisd naar de nieuwe meldkamer in Apeldoorn. Hier werken we nu vanuit ambulancezorg, politie en brandweer met vier andere regio's samen. In de meldkamer in Apeldoorn worden alle 112-gesprekken aangenomen. Overige zorgvragen van burgers en ketenparters behandelen we in de zorgcoördinatiecentra in Zwolle en Hengelo. Coördinatie en regie van zorg staan hier centraal. Samen met met ketenpartners werken we aan hetzelfde doel; het bieden van de juiste zorg op het juiste moment.

Paul Kempen vertelde onlangs in het magazine 'Melding' meer over zijn werk als centralist in het ZCC. Dit magazine is gemaakt voor alle medewerkers van de nieuwe meldkamer en uitgegeven op 21 maart. Lees hieronder zijn verhaal. 

Ben jij enthousiast geworden? We zoeken voor Zwolle en Hengelo nieuwe enthousiaste centralisten. Ga de uitdaging aan en bouw samen met ons vanuit deze pioniersfunctie aan zorgcoördinatie in Overijssel. Bekijk de vacature voor meer informatie en om te solliciteren.

Foto's door Stefan Kemper


21 maart / Melding Magazine

Een gloednieuw pand, nieuwe systemen én nieuwe collega’s. Met de komst van de nieuwe Meldkamer Oost-Nederland verandert er veel. Voor verpleegkundig centralisten zoals Paul Kempen gaat er echter ook binnen hun functie het nodige anders worden. “Ik geloof echt dat we met het Zorgcoördinatiecentrum (ZCC) betere zorg kunnen leveren.”

"Sorry, het is hier momenteel een beetje chaotisch, we zijn nog druk bezig met het opleiden van mensen”, zo zegt Paul verontschuldigend terwijl hij het ZCC Opleidingscentrum in Zwolle laat zien. In het klaslokaal is net weer een groep van vijf studenten gestart. En dat is nodig ook, want eind maart moet er een 24/7-bezetting
zijn op het ZCC.

Voor iedereen die denkt: “Hè, ZCC?” Kort samengevat vervalt in de regio’s IJsselland, Oost (Twente), Gelderland-Midden en Gelderland-Zuid de huidige functie van verpleegkundig centralist en wordt deze in twee losse delen geknipt. Aan de ene kant is er via 112 de spoedeisende hulp, aan de andere kant een aantal regionale ZCC’s voor niet-levensbedreigende zorgvragen. Op dit moment zijn beide kanalen alleen via 112 te bereiken.

Hulpvragen vanuit ketenpartners, zoals verloskundigen, GGZ of huisartsen, komen straks ook bij het ZCC. Het is de bedoeling dat het ZCC in de toekomst ook voor burgers met niet-levensbedreigende zorgvragen rechtstreeks bereikbaar wordt via een eigen, landelijk nummer. “Dat ligt nog bij de politiek, maar desondanks starten we wél met het ZCC. De overgang naar de nieuwe meldkamer is hiervoor immers het perfecte moment. Zolang er nog geen eigen nummer is, zetten de centralisten op de meldkamer de niet-spoedmeldingen naar ons door. Wij hopen natuurlijk dat dit snel verandert, want een eigen nummer neemt heel veel onnodige telefoontjes weg op de 112-lijn. Nu kan het best zo zijn dat ik een reanimatiemelding niet kan beantwoorden, omdat ik een belletje heb over een verstuikte enkel.”

Acute spoed

Na acht jaar gewerkt te hebben als verpleegkundig centralist, raakte Paul een aantal jaar geleden betrokken bij de ontwikkeling van het ZCC. “Ik vond het een belangrijk idee en dus besloot ik mee te gaan denken. Ik geloof namelijk echt dat de komst van het ZCC een grote stap vooruit is. Waarom? Omdat er op dit moment nog te veel zorgvragen zonder spoed op de 112-lijn belanden. Het gebeurt regelmatig dat iemand met een bloedneus 112 belt. We hebben overal tekort aan personeel, dus het is ook simpelweg niet mogelijk om naar elke melding een ambulance te sturen.”

Als er geen ambulance nodig is, betekent dat natuurlijk niet dat de beller geen hulp nodig heeft. Het ZCC speelt daarin een belangrijke rol. “In dit coördinatiecentrum werken we met verschillende ketenpartners samen. Als op het ZCC dan een belletje binnenkomt van een mevrouw van 92 die door haar enkel is gegaan, is het aan ons om wat vragen te beantwoorden. Wat is er aan de hand? Welke partner moeten we hiervoor inzetten? En moet er meteen iemand heen of kan dat nog twee uur wachten?

Om dit specifieker te kunnen categoriseren, gaan we ook werken met nieuwe urgentiecodes. Nu hebben we A1 en A2 voor spoed en B voor alles wat daar buiten valt. Maar we gaan werken met zeven urgenties, van levensbedreigend tot laag-urgent. Op die manier proberen we de juiste zorg op de juiste plaats op het juiste moment te bieden.”

Specialisten

Paul is duidelijk ontzettend enthousiast over zorgcoördinatie. Hij kiest er daarom ook bewust voor om niet in de nieuwe meldkamer, maar in het ZCC te werken. “Ik vind het een prachtig pand hoor, maar ik zie het niet zitten om de hele dag 112-meldingen te doen. Ik vind het juist leuker om op het ZCC die mevrouw van 92 te kunnen helpen. Ja, het zal een hele andere manier van werken worden, maar ik ben ervan overtuigd dat dit de toekomst is. Waarom? Het minder vaak onnodig uit laten rukken van de ambulance is een zeer belangrijke reden, maar wat mij betreft is er nóg een belangrijk voordeel. We kunnen mensen namelijk voorzien van specifiekere kennis.

Een centralist op de meldkamer weet veel, maar is geen specialist. Als we op het ZCC een belletje krijgen over een verwarde man, kunnen we meteen schakelen met
een GGZ-specialist. Daarmee zet je mensen in hun kracht en kunnen we veel betere zorg bieden. En uiteindelijk is dat altijd het doel. Ja, de burger zal er wellicht aan moeten wennen dat er niet altijd meteen een ambulance uitrukt, maar ze zullen ook merken dat er zeker wél een andere zorgpartner komt. En dat dit net zo goed is. Of misschien nog wel beter.”